Folio, 295 (op 300) bl; 58 (op 59) bl, zonder titels, 5 inleidende en 4 indexbladen, bl 12, 18, 77 en 282 in deel 1 + 47 en 59 ontbreken. Sommige randen versterkt in de marges, wat vlekjes, soms een weinig waterspoortje enz. Met ongeveer 160 grote houtsneden it (portretten, belegeringen, schepen, feestmalen enz). Met de zeldzame dubbele houtsneden van het beleg van Wenen (f.45) in tweede deel. Tekst in gotische letters, in twee kolommen, mooie intialen. Half kalfslederen band met nerven uit 19de eeuw (wat gewreven)
Eerste en enige editie van deze Vlaamse postincunabel. Behalve de eerste sectie die de oude geschiedenis beschrijft, als gebruikelijk gebaseerd op legenden, is de geschiedenis van groot belang volgens de Bibliotheca Belgica aangezien talrijke officiële documenten voorkomen. Het bevat o.a. ook beschrijvingen van festiviteiten en ceremonies die een idee geven van de gebruiken en moraal uit die periode. Over het auteurschap van deze anonieme kroniek is veel te doen geweest. Ze werd vaak toegeschreven aan Andre de Smet en Anthonis de Roovere. In hs. op titelpagina wordt de naam van Andries de Smet vermeld. De naam van de Smet wordt tweemaal vermeld in de tekst, op folio CXL en CCLXXXII, maar Van der Haeghen (BB), na vergelijking van verscheidene manuscripten van de kroniek, betwijfelt het auteurschap van de Smet en denkt eerder dat hij een van de eigenaars was van een van de manuscripten waaraan hij sommige eigentijdse observaties toevoegde. De Bibliotheca Belgica schrijft het belangrijkste werk toe aan Roelant de Doppere, secretaris van Gilles Baerdemakere, bisschop van Sarepta, en ANTHONIS DE ROOVERE, een Brugs stadsdichter (ca. 1430-1482). De auteur van het supplement op het leven van de keizer Karel V is anoniem gebleven. Ref. Bibl. Belgica I p 998/1004. Nijhoff-Kronenberg 659. STC Dutch p. 76. Adams F-285. Funck p. 293: "Un beau specimen de la typographie neerlandaise du XVIe siecle" Only edition of the renowned medieval history of Flanders from the mythical beginnings up to the Burgundian period; the latter part probably written by the Bruges poet Anthonis de Roovere. Book is incomplete, but can be considered as a nice collection of early woodcuts