In-folio, [47] ff manuscript in bruine inkt op papier, tekst grotendeels in het Nederlands, met tussengevoegde gravures: 109 met monumenten / zichten/ historieprenten, 37 plannen of kaarten (vaak met handgeschreven uitleg in het Frans), 13 portretten. De kleine plannen zijn getrokken uit een kleine Guicciardini-editie door Van Meurs. Er is ook een fraaie paginagrote tekening van praalkoets "Voiture de Galla, destinée pour le Ier Consul, lors de son entrée à Bruxelles". Nog een tiental kleinere originele tekeningen in inkt. Gebonden in half groen marokijn uit de tijd
De beschreven steden van de reis zijn Vlissingen, Brussel, Antwerpen, Rotterdam, Delft, Den Haag, Bergen op Zoom, Amsterdam, Haarlem, Leiden, Nijmegen, Saardam, Haarlem. In Brussel is er speciale aandacht voor het 400-jarig jubilé van het Sacrament van Miracle (jaar 1770), alsook voor het rariteitenkabinet van marquis d'Arconati. In 1825 werd een laatste aanvulling gedaan over de watersnood/stormvloed (Tableau de l'inondation de cette année 1825 dans la Nord-Hollande). De laatste prenten betreffen Duitsland (Trier, Augsbourg, Hagelsberg). "Jonkheer Joseph van Huerne werd op 24 november 1752 geboren in Brugge en overleed er op 31 mei 1844. Van Huerne bracht zijn winters door in zijn woning in de Brugse Dweersstraat waarin hij een grote verzameling bijhield en hij telde in zijn vriendenkring heel wat Brugse kunstenaars en werd door hen geroemd als één van de 'grootsten protecteurs der konsten'. Joseph van Huernes kabinet omvatte vier deelgroepen van de encyclopedische verzameling: naturalia, artificialia, antiquiteiten en exotica. De verzameling telde schilderijen, tekeningen, lithografieën en gravures, voorwerpen in ivoor, bukshout, parelmoer en email, wapens en wapenhouders, objecten in glas, beschilderd glas, aardewerk, brons, marmer, schelpen, schaaldieren, koralen, fossielen en mineralen". Zie Dobbelaere, A., Joseph van Huerne, verzamelaar en mecenas. Vincent-Joseph de Croeser (Brugge, 29 juli 1760 - Aken, 29 november 1817) bleef ongehuwd. Provenance: Charles Gillès de Pélichy (Garnier, 1972), n°443